1. Artikel 44, artikel 45, leden 1, 5 en 6 en de artikelen 46 tot en met 51 zijn van overeenkomstige toepassing op de personen die onder een bijzonder stelsel voor ambtenaren vallen.
2. Indien de wettelijke regeling van een lidstaat het verkrijgen, de vereffening, het behoud of het herstel van rechten op uitkeringen in een bijzonder stelsel voor ambtenaren evenwel afhankelijk stelt van de voorwaarde dat alle tijdvakken van verzekering in een of meer bijzondere stelsels voor ambtenaren in die lidstaat zijn vervuld of door de wettelijke regeling van die lidstaat met dergelijke tijdvakken worden gelijkgesteld, wordt slechts rekening gehouden met de tijdvakken welke krachtens de wettelijke regeling van die lidstaat kunnen worden erkend.
Indien de betrokkene, met inachtneming van de aldus vervulde tijdvakken, niet voldoet aan de voor het recht op genoemde uitkeringen gestelde voorwaarden, wordt met deze tijdvakken rekening gehouden voor de toekenning van uitkeringen volgens het algemene stelsel of, bij gebreke daarvan, volgens het stelsel dat van toepassing is op arbeiders, respectievelijk bedienden.
3. Wanneer de uitkeringen krachtens de wettelijke regeling van een lidstaat worden berekend op basis van het laatste salaris of de laatste salarissen die tijdens een referentietijdvak werden ontvangen, neemt het bevoegde orgaan van die staat bij de berekening alleen de naar behoren geherwaardeerde salarissen in aanmerking die werden ontvangen gedurende het tijdvak of de tijdvakken waarvoor de betrokkene onder die wettelijke regeling viel.